Wat is de betekenis van Langue?

2024-04-30
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Langue

(v.), benaming die Ferdinand de Saussure gaf aan het taalsysteem; namelijk de taal voor zover zij in haar wetmatigheid zelfstandig is, als een systematisch complex van onderling afhankelijke termen

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Langue

[Fr., van Lat. lingua = lett.: de likker, vandaar: tong, ook: taal] langue d'oc, Zuid-frans, Provençaals, tegenover langue d'oïl = ME Noordfrans (scheidslijn de Loire).

2024-04-30
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Langue

tong; taal; geer [v. zeil]; langue écrite (parlée), schrijftaal, spreektaal; langue maternelle, moedertaal; langue mère, stamtaal; langue morte (vivante), dode (levende) taal; langue verte, dieventaal, bargoens; mauvaise (méchante) langue, kwade tong, kwaadspreekster, lastertong; langue de bœuf, ossetong; langues d...