Wat is de betekenis van Lampje?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lampje

(2000) (Vlaanderen, jeugd) verstandig persoon. • Lampje: verstandig persoon (vanwege het lampje dat gaat branden telkens je een goed idee hebt). (Jongerentaal in De Morgen, 23/02/2000)

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lampje

lampje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lamp

2024-04-30
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Lampje

Lampje is in 1881 voor het eerst gevonden, in Gent, als lampke. Er werd een 'grote borrel' mee aangeduid, eentje van tien centen. Het woord gaat terug op het Franse lampet 'flinke slok of teug'. Ook enkele uitdrukkingen waarin lamp wordt gebruikt voor 'fles', kunnen van invloed zijn geweest. Zo zei men van een dronkaard hij heeft (lelijk) aan de la...

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lampje

o. (-s), 1. kleine lamp; — in ’t bijz. gloeilampje voor een zaklantaarn of ander electr. toestel: het lampje is stuk; 2. (Barg., volkst.) (mv.) ogen: hou je lampies open, kijk uit je doppen.