lampje
(2000) (Vlaanderen, jeugd) verstandig persoon. • Lampje: verstandig persoon (vanwege het lampje dat gaat branden telkens je een goed idee hebt). (Jongerentaal in De Morgen, 23/02/2000)
Marc De Coster (2020-2024)
(2000) (Vlaanderen, jeugd) verstandig persoon. • Lampje: verstandig persoon (vanwege het lampje dat gaat branden telkens je een goed idee hebt). (Jongerentaal in De Morgen, 23/02/2000)
Wiktionary (2019)
lampje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lamp
Ewoud Sanders (2019)
Lampje is in 1881 voor het eerst gevonden, in Gent, als lampke. Er werd een 'grote borrel' mee aangeduid, eentje van tien centen. Het woord gaat terug op het Franse lampet 'flinke slok of teug'. Ook enkele uitdrukkingen waarin lamp wordt gebruikt voor 'fles', kunnen van invloed zijn geweest. Zo zei men van een dronkaard hij heeft (lelijk) aan de la...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. kleine lamp; — in ’t bijz. gloeilampje voor een zaklantaarn of ander electr. toestel: het lampje is stuk; 2. (Barg., volkst.) (mv.) ogen: hou je lampies open, kijk uit je doppen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: