Wat is de betekenis van laffelijk?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

laffelijk

op laffe wijze. op laffe wijze; lafhartig; laf. Voorbeelden: X sprong op zijn paard, rende in een snelle draf naar het Paaldorp waar hij tal van bendeleden samen zag hokken bij een menige bekers 'mensenbloed'. Als een struikrover besloop hij zijn slachtoffer en viel hem laffelijk in de rug aan, schreeuwend: 'Veterinari...

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

laffelijk

laf Laffelijk is de dichter in de pauze naar huis gereden. Zijn kleinburgelijke reflexen, zijn antieke wanhoop hebben de bovenhand gekregen op de marxistische wetenschap met haar theoretische arbeid en haar praktische politiek. (Hugo Claus, De landbouwmachines en de dichter) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 3

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

laffelijk

Op laffe wijze, lafhartig. Het wijf van Citroen deed zeer geheimzinnig en hield staande dat „ze” die arme mijnheer Kips in een valstrik gelokt en dan laffelijk afgemaakt hadden, ELSSCHOT 1960, 234. Alles is volbracht, zijn woorden die men laffelijk op het einde van een week kan uitspreken in het aangezicht van de zaterdag en de zondag...

Gerelateerde zoekopdrachten