Wat is de betekenis van lacher?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lacher

lacher - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die lacht 2. iets idioots waarom men kan lachen U2-zanger Bono reageert op de berichtgeving dat hij miljardair zou worden met de beursgang van Facebook. "Die berichten zijn een lachertje", zegt hij. Woordherkomst Naamwoord van handeling van l...

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Lâcher

I. loslaten; lossen, lozen; (uit)laten, vieren; oplaten [duiven]; laten varen; laten schieten, laten zitten, in de steek laten; lâcher la bride à, de vrije teugel laten; lâcher une écluse, een sluis openzetten; lâcher la main, minder stijf op zijn stuk staan, wat toegevender worden; lâcher la main à un c...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lacher

m. (-s), hij die lacht: de lachers op zijn zijde hebben, door een aardigheid te zeggen aanhang krijgen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lacher

m. lachers (iem., die lacht); de lachers op zijn hand hebben.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lacher

('lachər) m. (-s) hij die lacht: de -s op zijn hand, op zijn zijde hebben.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lacher

m. (-s), iemand die lacht; de lachers op zijn hand hebben, door grappig te zijn bijval krijgen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lacher

m. (-s), hij die lacht: de lachers op zijne zijde hebben, door eene aardigheid te zeggen, aanhang krijgen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)