Labber
I.m. (-s), (gew.) labbekak. II. bn., (zeew.) zich slap bewegend, zacht (van de wind); lui, flauw: een labbere koelte.
Van Dale Uitgevers (1950)
I.m. (-s), (gew.) labbekak. II. bn., (zeew.) zich slap bewegend, zacht (van de wind); lui, flauw: een labbere koelte.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip labber heeft 2 verschillende betekenissen: 1. labber - m. (-s), (gew.) labbekak. 2. labber - bn. (zeew.) zacht (van den wind); lui, flauw, naar; eene labbere koelte.
I.M. Calisch (1864)
Labber, bn. (zeew.) zacht (van den wind); lui, flaauw, naar; eene -e koelte. *-DAAN, m. gmv. soort gezouten visch. *-EN, ow. gel. (het labberde, heeft gelabberd), zacht waaijen; het zeil labbert (wappert); (fig.) aanhoudend praten. *-KOELTE, v. *-KOELTJE, (B. -N), o. (zeew.) flaauwe wind, bries. *-LOT, m. (-ten), straatschender, lichtmis, zwier...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: