Laat de zon niet ondergaan over uwen toorn
Toorn (Zon), Ef. 4: 26. Deze les is woordelijk uit Ef. 4: 26 overgenomen, en duidt daar zoowel als bij ons aan, dat men vóór het avond is zijn toorn moet laten bedaren, niet te langdurig ook aan heiligen toorn moet toegeven.