Wat is de betekenis van kwijtspelen?

kwijtspelen - Werkwoord 1. ergatief door ongelukkig of onverstandig handelen verliezen ♢ Hij speelde daarmee zijn waardevolste bezit kwijt. 2. ergatief (Vlaanderen) kwijtraken Woordherkomst samenstelling van kwijt en spelen Synoniemen [1] verspelen

Kwijtspelen - iemand voorbijgaan zonder opnieuw ingehaald te worden. Vlaamse uitdr. In Nederland uitsluitend vaktaal.

kwijtraken In de atletiek kan een winnaar zelfs zijn medaille kwijtspelen. Kijk naar de Fransman Mahiedine Mekhissi, de Europees kampioen op de steeple vorige maand: hij speelde zijn titel kwijt voor het uittrekken van en zwaaien met zijn shirt. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 7

kwijtraken

kwijtspelen: lossen, achterlaten (in het Nederlands: kwijtraken).

Iemand voorbijgaan zonder opnieuw ingehaald te worden. Deze uitdrukking is in Vlaanderen heel gewoon, maar behoort in Nederland tot de vaktaal. Mijn tactiek was dat ik geen sprint wilde afwachten. Ik wilde de andere vluchters kwijtspelen op de slotklim. (Provinciale Zeeuwse Courant, 22/07/2005)

(speelde kwijt, kwijtgespeeld) kwijtraken, verliezen, verspelen Met andere woorden: landen die het respect voor mensenrechten of eerlijke verkiezingen aan hun laars lapten, zouden een blaam kunnen oplopen én de toegang kwijtspelen tot de geldpotten van Nepad. - DS, 15-11-2002.

1. Kwijtraken in de zin van: maken dat men van iem. of iets afkomt, bevrijd worden van Pierre is weg, en je wil hem terughebben. De graaf is hier, en je wil hem kwijtspelen, BERKHOF 1962, 183.Hij (belde) aan de woning vóór dewelke de vuilnisbak stond en wachtte. Een jong meisje deed open. - Juffrouw, om te vragen of ik dat vogelkooitj...