Wat is de betekenis van Kruisheer?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kruisheer

nt. (...heren), naam der leden van verschillende geestelijke orden, die zich deels aan ziekenverpleging, deels aan onderlicht en zielzorg wijden; de meest bekende, ook in Nederland gevestigde orde, werd gesticht door Theodoor de Celles in 1211 nabij Luik.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kruisheer

m. -heren; lid van de geestelijke orde en met de naam van orde van het H. Kruis, o.a. de orde in 1211 te Hoey gesticht door Theodorus de Celles.

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Kruisheer

lid v/d geestelijke orde v/h H. Kruis, 1211 gesticht door Theodorus de Celles.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kruisheer

(Lat.: Ordo Sanctae Crucis, osc; in de middeleeuwen kruisbroeders genaamd), m. (-heren), lid van de r.k. orde van reguliere kanunniken, in de 13e eeuw gesticht door Theodorus van Celles, kanunnik van Luik, op Clair Lieu bij Hoei in België. (e) Na 1208 sloot Theodorus zich aan bij een kruistocht tegen de Zuidfranse katharen; van de pauselijke l...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kruisheer

KRUISHEER, m. (-en), naam der leden van verschillende geestelijke orden, die zich deels aan krankenverpleging, deels aan ’t onderricht en het zielenheil wijden; de meest bekende, ook in Nederland gevestigde orde, werd gesticht door Theodoor de Celles in 1211 nabij Luik.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)