krabbelaar
(1928) (inf.) iemand die iets op een onbeholpen, stuntelige wijze doet; een knoeier; een gebrekkig schaatser, een onbedreven wielrenner of slecht schrijver. • Denk u maar in b.v., wat er van Grimm's en Andersen's persoonlijke, terecht befaamde vertelkunst overblijft, wanneer een krabbelaar hun sprookjes op zijn wijs gaat navertellen, en hoe De...