Wat is de betekenis van kraanvogel?

...

...

m. (-s), familie van grote loopvogels (Gruidae) die vooral in moerassen leven, en waartoe de gewone kraan behoort; ook naam voor de orde (Gruiformes) die zij met de rallen en trapganzen vormen.

reigerachtige trekvogel. sierlijke, reigerachtige vogel met vaak een grijs verenkleed en afhangende staartveren, die wereldwijd in verschillende variëteiten voorkomt en waarvan de Europese soort in onze streken tijdens de trek wordt waargenomen, vliegend met soortgenoten in een gestrekte linie of V-formatie. Ook van toepassing op de...

kraanvogel - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde), (vogels) Grus grus, een grote vogel met lange poten en een lange nek

kraanvogel - zelfstandig naamwoord uitspraak: kraan-vo-gel 1. grote, grijze, reigerachtige loopvogel ♢ de kraanvogel broedt vooral in Noord- en Oost-Europa Zelfstandig naamwoord: kraan-vo-gel de kraanvogel ...

De kraanvogel broedt sinds 2001 in het Fochteloërveen en maakte daarmee zijn comeback in Nederland als broedvogel, na eeuwen van afwezigheid. Een groot succes voor natuurbeschermers in Nederland. Kraanvogels broeden in uitgestrekte moerasbossen en hoogvenen. De kraanvogels die in Nederland doortrekken, broeden in Scandinavië en overwinteren in Zuid...

Grusgrus (Linnaeus: Ardea) 1758. Grote grijze, met de Rallen verwante vogel, die sinds kortgeleden (weer) in N gebroed heeft, maar h.t.l. altijd al wel als trekvogel passeerde (vnl. in het oosten). Algemeen worden de namen voor deze luidruchtige vogelsoort opgevat als geluidsnabootsingen. Opvallend is de aanwezigheid van de r in alle namen, welke g...

in Schillers ‘Kranichen des Ibykus’ een werktuig van de goddelijke wil; in de Oudheid werd hij om zijn onvermoeibaar vliegvermogen bewonderd, een kraan vogel vleugel gold als amulet tegen uitputting. Niet zelden vindt men kraanvogels afgebeeld in gevecht met pygmeeën.