Wat is de betekenis van korzelig?

2024-04-27
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

korzelig

In het Nederlands betekent het woord "korzelig" iemand die snel geïrriteerd of boos wordt, en die gemakkelijk geprikkeld raakt door kleine dingen. Een korzelige persoon kan moeilijk omgaan met veranderingen of tegenslagen, en kan snel humeurig of onredelijk zijn. Bijvoorbeeld: "Mijn opa is vaak korzelig als hij moe is, en hij ka...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

korzelig

korzelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. in een wat ontstemde, dysforische, boze, geprikkelde, ongeduldige stemming zijn Voor haar stond Jules, de regisseur van de ochtenduitzending, die weer eens als laatste op de redactie verscheen. ` Heb je nog wat?' `Ja,' reageerde Chantal korzelig. Het liefst zou ze...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

korzelig

korzelig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: kor-ze-lig 1. in een slecht humeur ♢ korzelig noemde zij haar naam Bijvoeglijk naamwoord: kor-ze-lig ... is korzeliger dan ... het korzeligst...

2024-04-27
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Korzelig

Etymologisch hangen woorden als kirren, koeren, kermen, knorren en korren samen. Ze duiden alle een geluid aan, in het bijzonder een brommend geluid. Korzelig is dan ook eigenlijk: brommend, brommig. Uit korzelig is ontstaan: korrelig dat, mede onder invloed van een ander woord korrelig: ruw, oneffen, ook is gaan betekenen: lichtgeraakt, opvliegend...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Korzelig

adj. & adv., brimstich, noartsk, noartlik, prottelich, krommelich, koartkearich.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

korzelig

('korzələch) bn. en bw. korzel.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

korzelig

bn. en bw. (-er, -st), 1. lichtgeraakt, opvliegend; 2. ontstemd, geprikkeld, humeurig.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)