Wat is de betekenis van Kolen?

kolen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kool kolen - Zelfstandignaamwoord 1. brokken steenkool

Vurige kolen op iemands hoofd stapelen of hopen, een persoon door wie men vijandig bejegend is beschaamd maken door hem goed te doen. Deze verbinding was al een figuurlijke uitdrukking in de bijbel, en komt uit Spreuken 25:21-22: ‘Indien uw vijand honger heeft, geef hem brood te eten, / indien hij dorst heeft, geef hem water te drinken; / want dan...

Volgens een gezegde zijn kolen hetzelfde als geld. Een grote berg kolen duidt dus op financieel voordeel. [Dit geldt alleen voor Duitstalige gebieden: Kohle = geld.] Maar ook in de droom zijn kolen een energiebron; wanneer ze bijvoorbeeld mooi branden, dan zouden we een heuglijke gebeurtenis tegemoet kunnen zien. Smeulen de kolen echter met grote r...

...

(geol.). Hieronder vat men wel samen de door → inkoling of bituminisatie van plantaardige en dierlijke resten (→ Sapropelithen) gevormde gesteenten. Naar den habitus en de chemische samenstelling, beide afhankelijk van de mate van inkoling, onderscheidt men verschillende soorten, die door allerlei overgangen met elkaar verbonden zijn. Met...

I. ('ko:lәn) mv. steenkolen. II. (koolde, is gekoold) tot kool worden: de turf begint te -. kolenaak ('ko:lən) v. (...aken) aak, schuit voor kolenvervoer.

v./m. (mv.), (coll.) 1. gloeiende brandstof; (zegsw.) op hete — staan of zitten, van ongeduld en zenuwachtige haast niet rustig op zijn plaats kunnen blijven, ongeduldig verlangen; 2. stukken steen kool, organische kool als stookmateriaal: — stoken; een zak —; vette, magere —, resp. met groot en met klein gasgehalte.

...

Kolen - Wilson, Francis H., Coal. Its origin, Method of working, and Preparation for the market.