Wat is de betekenis van Koffer?

Het begrip koffer heeft 5 verschillende betekenissen: 1) opbergkist. met ijzer versterkte houten kist (soms geheel ijzeren kist), voorzien van een meestal gewelfd, op scharnieren draaiend deksel en een slot, en dienende als berg- of bewaarplaats; opbergkist. 2) reiskoffer. op een platte kist lijkend voorwerp van een stevig of soepel...

1) (19e eeuw) (oorspr. Barg., thans inf. ) bed. In Vlaanderen geen Bargoens maar volkstaal. Zie ook: in de koffer kruipen met iemand; kofferen. Vgl. koets*. • Hij lee' nog in z'ne' koever. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1899-1906) • Hij gaat met zen mokkel in de koffer. (Köster H...

koffer - Zelfstandignaamwoord 1. een draagbare bergruimte waarin spullen kunnen worden meegenomen tijdens het reizen koffer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kofferen ♢ Ik koffer 2. gebiedende wijs van kofferen ♢ koffer!...

bed In deze betekenis in 1906 voor het eerst aangetroffen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzinnen: ‘Ik ga naar den koffer’ en ‘Hij gaat met zen [sic] mokkel in de koffer’. • Neel moest in bed blijven. Het was hem een prikkelend genoegen haar in alles vóór te zijn en d’r een bakki...

koffer - zelfstandig naamwoord uitspraak: kof-fer 1. stevige doos met handvat voor op reis ♢ wanneer pakken we onze koffers uit? 1. ik duik de koffer in [ik ga slapen] Zelfstandig na...

(misschien < Rotw. koffer, vagina < Jidd,. kowo, vagina), bed; de koffer ingaan (met), naar bed gaan (met): Na een tijdje vroeg die man of ik de koffer mee in ging, FOKKENS 17.

kofferruimte. Zij werd ontvoerd in de koffer van zijn auto. — brandkast, safe. De huur van de koffer bedraagt jaarlijks 20 euro.

(de) in België ook: safe, (brand)kluisje, brandkoffer

Uitsparing in de (te kleine) kap van een standerdmolen waar het bovenwiel in draait.