Wat is de betekenis van Koddebeier?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koddebeier

m. (-s), 1. jachtopziener; 2. veldwachter ; politieagent.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

koddebeier

1) (16e eeuw, vero.) (inf.) veldwachter; politieagent. Een samenstelling van kodde (knots) en beieren (heen en weer zwaaien). • Koddebeier, boschwachter; van kodde, knots, stok, en beieren, zwaaien; dus: die met den stok zwaait. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Andere...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koddebeier

koddebeier - Zelfstandignaamwoord 1. een politieagent of veldwachter Woordherkomst De term is een samenvoeging van het woord kodde (knuppel) en beieren (zwaaien, slingeren, luiden), en betekent in deze samenvoeging "knuppelzwaaier". Mogelijk is het woord afgeleid van het Oudhollandse spreekwoord "Ergens de scepter over zwaaien...

2025-07-15
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Koddebeier

Koddebeier - sedert ca. 1521 de gemeenzame benaming voor een onbezoldigde functionaris van de rijkspolitie op het platteland, een veldwachter. De letterlijke betekenis van het woord is: iemand die met zijn knots (kod­ de, Mnl. codde) heen en weer zwaait. . . .in het ernaast gelegen Parisien grepen de koddebeiers in en namen likkebaardend de film m...

2025-07-15
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

koddebeier

onbezoldigde functionaris van de rijkspolitie op het platteland, een veldwachter. Oorspronkelijk een officiële benaming, later ook in pejoratieve zin gebruikt. Volgens Van Dale sedert ca. 1521. De letterlijke betekenis van het woord is ‘iemand die met zijn knots (kodde) heen en weer zwaait (beiert)’.Een der stroopers is door den ko...

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Koddebeier

[v. kodde = knots, knuppel; en missch. van dialect beien = slaan] jachtopziener; ook: veldwachter.

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Koddebeier

veldwachter

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Koddebeier

is een oud woord voor een jachtopziener, die tevens onbezoldigd rijksveldwachter is.