Wat is de betekenis van Knijp?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knijp

I. v., 1. knijping, engte; in de knijp zijn, zitten, in de knel, (fig.) in verlegenheid; 2. (gew.) kunstmatige vernauwing van een waterloop ; 3. (gew.) knip ; — beugel; II. als praedicaatsw. : knijp raken, zitten, beklemd ; (Ind.) gevangen. III. (<Hd.), v. (-en), kroeg: in de knijp zitten.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

knijp

Het begrip knijp heeft 6 verschillende betekenissen: 1) in angst. in angst. Aangetroffen in de onderstaande verbinding. 2) in moeilijkheden. in moeilijkheden. Aangetroffen in de onderstaande verbindingen. 3) tekort. tekort. Aangetroffen in de onderstaande verbinding. 4) gevangen. gevangen. Aang...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knijp

knijp - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knijpen ♢ Ik knijp 2. gebiedende wijs van knijpen knijp! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knijpen knijp je? knijp...

2025-07-17
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Knijp

Knijp - (mar.) provoostcel. Iemand in de knijp roeien: de bak indraaien. . . . daar werd ie van de pot gerukt en door de klep meteen in de knijp geroeid. - Jan Cremer, De Hunnen II (1984) ​

2025-07-17
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Knijp

Duiker of bepaald type sluis waarmee de afwatering van een gebied, met name in de veenstreken, kon worden geregeld. Uit praktische overwegingen werd het kunstwerk in een smaller of versmald deel van het water aangelegd. Het dorp De Knipe is vernoemd naar een dergelijke sluis in de Skoatterlânske Kompanjonsfeart. Het woord zit bijv. ook in de naam v...

2025-07-17
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Knijp

1. in de - roeien, marineslang voor ‘in de provoostcel gooien’. ... daar werd ie van de pot gerukt en door de klep meteen in de knijp geroeid. (Jan Cremer: De Hunnen. Deel II, Bevrijding, 1984) 2. in zijn -(ert) zitten, angst hebben, vooral wanneer men iets gedaan heeft dat niet mag, bijv. een overtreding begaan. Slanguitdr. Met knij- pert wordt n...

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knijp

I. v. (engte: knel): zegsw. in de knijp zitten of zijn, verlegenheid; II. v. -en (Duits; Kneipe; bierhuis): in de knijp zitten, in ’t bierhuis zitten.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knijp

I. v. (-en) 1. knijping, engte. 2. verlegenheid : in de zijn, zitten. II. v. (-en) [Dui. Eneipe] bierhuis '.in dezitten.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knijp

I. v./m., 1. knijping, engte; in de zitten, in de knel, (fig.) in verlegenheid; beugel; 2. (druk kerij) de rand van een vel papier benodigd om het vel vast te grijpen op de offsetvellenpers; de voor aanleg van het vel (bij hoogdruk, beide betekenis sen: →aanslag); II. als predikaatsw.: — raken, zitten, beklemd; (zegsw.) dat is de &mda...