Wat is de betekenis van klootjesvolk?

(1960) (jeugd) het domme burgermanspubliek. In het tweede nummer van Provo (het lijfblad der provo's*) dook voor de ‘verburgerlijkte lagen van de maatschappij’ de verzamelterm ‘klootjesvolk’ op. Bredero had het in 1612 al over het “klootjesvolck” (het gepeupel, het janhagel). Het woord werd in de jaren zestig v...

klootjesvolk - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief) niet al te kritisch deel van het gewone volk. Woordherkomst samenstelling van klootje en volk met het invoegsel -s-

(volk dat alleen belangstelling heeft voor het seksuele; in de 17de eeuw een minachtende benaming voor de lagere volksklasse; gepeupel, janhagel), 1. het gewone volk: Boeren en buitenlui ... klootjes-volk, dat zich op de galerijen vermaakte door met nootedoppen ... in den bak te mikken, De Groene 19-07-1885; 2. (heringevoerd door provo) benaming v...

het domme burgermanspubliek. In het tweede nummer van ‘Provo’ (maandblad van de provobeweging) dook voor de verburgerlijkte lagen van de maatschappij, de slaafse consumenten de verzamelterm klootjesvolk op. Het woord werd in de jaren zestig gereanimeerd door de schrijver J.B. Charles. Bredero had het in 1612 al over het klootjesvolk.In...

dat deel van de bevolking dat door onverschilligheid of daadwerkelijke steun de gevestigde orde in stand houdt (kortweg: slippendragers van de establishment).

...

o., ben. voor een deel van de bevolking dat een fantasieloos of geestloos bestaan leidt; ook lagere volksklasse, achterbuurtvolk.

...

...