klipsteen
(1917) (destijds in Ned.-Indië) Indonesiër. Betekent eigenlijk: koraalsteen. Zie ook: blauwe*; Indo*; lekkerpieper*. • Doch ook daar moeten zij lijden door den vloek hunner geboorte; terwijl voor den gegoeden sinjo alle rangen tot de hoogste toe open staan, is de arme bastaard gedoemd om tal van vernederingen te verduren. Scheldwoor...