Wat is de betekenis van klipper?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klipper

(<Eng.), m. (-s), ben. voor een tussen 1840 en 1850 in gebruik gekomen (het eerst in N.-Amerika gebouwd) type van houten (later ook stalen of compositie-) zeilschip met scherpe boeg en in enigszins gestroomlijnde vorm, bekend als snel zeiler en concurrent der eerste stoomschepen: klippers werden vooral gebruikt als passagiersschepen en voor h...

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

klipper

snel, slank zeilschip. slank, snel en tamelijk klein zeilschip met een scherpe boeg dat vooral in de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw veel in gebruik was. Voorbeelden: Klippers hebben een scherpe kop, die naar boven naar buiten uitloopt. http://www.zeilcharter.nl/idx.html Er werden bijvoorbeeld [...] klipper...

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Klipper

[Eng., o.a. naam voor iets dat snel beweegt] snelzeilend handelsschip van Noordamerikaanse oorsprong.

2025-07-17
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Klipper

1. snel varend drie- of viermast zeilschip. De klipper heeft geen speciale tuigage, hij kan nl. hetzij als fregat hetzij als bark getuigd zijn; 2. ook sommige typen vliegtuigen worden wel klippers genoemd.

2025-07-17
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Klipper

Klipper - 1. Jacht met klipperboeg of klippersteven. 2. Aanvankelijk ijzeren binnenschip met plat vlak, zijzwaarden en één mast, ontwikkeld in de laatste decennia van de vorige eeuw. Later werden ze groter en van staal gebouwd. De tuigage werd ook uitgebreid met een bezaansmast en stengen. Er varen nog enkele oude klippers die tot jac...

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

klipper

soort snelvarende boot met puntige boeg; soort vliegtuig.

2025-07-17
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Klipper

klipperschip; oceaanvliegboot.

2025-07-17
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Klipper

snelzeilende driemaster voor Oceaanverkeer tussen Amerika en het Verre Oosten; ook naam voor in Nederland gebruikt zeilschip voor de binnenvaart.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klipper

m. -s (lang, smal, snelzeilend schip met drie masten): de klippers komen uit N.-A.