klim
klim - Zelfstandignaamwoord 1. een tocht waarbij geklommen wordt or moet worden ♢ Hoe bereken je hoe steil een klim is? klim - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klimmen ♢ Ik klim 2. gebiedende wijs van klimmen ...
Wiktionary (2019)
klim - Zelfstandignaamwoord 1. een tocht waarbij geklommen wordt or moet worden ♢ Hoe bereken je hoe steil een klim is? klim - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klimmen ♢ Ik klim 2. gebiedende wijs van klimmen ...
Muiswerk Educatief (2017)
klim - zelfstandig naamwoord 1. het klimmen ♢ naar de derde verdieping is een hele klim Zelfstandig naamwoord: klim de klim het klimmetje
Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)
klim: met 'een klim' wordt meestal een vrij steile, minder lange helling dan een col bedoeld in een klassieker of in een rit van een rittenkoers; kasseiklim, stijgingspercentage.
Jan Luitzen (2009)
(de) - het beklimmen van een helling, bv. tijdens een bergetappe, syn. beklimming: zij moest lossen in de klim, bij het beklimmen van de berg
Peter Timofeeff (1993)
Aanvulling op de SYNOP. In de KLIM worden uurlijkse klimatologische gegevens vermeld, zoals een uurgemiddelde van de windsnelheid in het afgelopen uur en gegevens over de neerslag.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. m., 1. de daad van klimmen: naar de derde verdieping is een hele klim; 2. steilte, verhouding tussen hoogte en basis van een helling; 3. richting in het patroon van een stof, waarbij de bloemen enz. haar natuurlijke stand hebben (tgov. val, wanneer zij ondersteboven staan); II. v. en o., (gew.) klimop.
M. J. Koenen's (1937)
I. m. (het klimmen): het is een hele klim; etymologisch = klim II; II. o. (klimop); zie klijf.
Jozef Verschueren (1930)
1. m. Eig. het klimmen : het is een hele naar die vierde verdieping. 2. o. Metn. Gew. klimop.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: