kletsmeier
(19e eeuw) (inf.) vervelende babbelaar; kletskous, zeurder. Het werkwoord 'meieren' (steeds over iets of iemand) betekent in de volkstaal 'zeuren' of 'zaniken'. Het werd al opgetekend in het begin van de twintigste eeuw (bij Van Ginneken. 1913) en komt van het middelnederlandse 'meyeren': het ambt van 'meier' uitoefenen. De meier was de rentmeester...