Wat is de betekenis van klerk?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

klerk

Het begrip klerk heeft 2 verschillende betekenissen: 1) bediende op een kantoor. bediende die werkt op een kantoor, veelal belast met administratief werk; kantoorbediende; met schrijfwerk belaste lagere ambtenaar of ondergeschikte beambte in overheidsdienst. Is in Nederland verouderd in gebruik. 2) intellectueel. intellectueel...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klerk

(1967) (jeugd, scheldw.) iemand die eruitziet als een kantoorbediende. • Wanneer dit artikeltje u onder ogen komt, is het heel best mogelijk dat geen van de genoemde woorden nog wordt gebruikt door de werkullukke in-crowd, misschien nog wel door een paar klerken of vetkuiven. (Algemeen Handelsblad, 12/08/1967) • (Hans Heestermans in Onz...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klerk

klerk - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die administratieve werkzaamheden verricht De klerk deed de boekhouding. Synoniemen kantoorbediende

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klerk

klerk - zelfstandig naamwoord 1. iemand die op kantoor veel schrijfwerk moet doen ♢ hij heeft een baantje als klerk Zelfstandig naamwoord: klerk de klerk de klerken het klerkje...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

klerk

iemand die eruitziet als een (saaie) kantoorbediende. Scheldwoord gebruikt in de jaren zestig. Vermeld door Hans Heestermans in Onze Taal, april 1987.

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Klerk

[VLat. clericus; zie klericaal] oorspr.: geestelijke-schrijver; later ook: leek in dienst van kerk met verschillende taken; bediende belast met schrijfwerk.

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

klerk

(de, -en), (ook, niet alg.:) winkelbediende, verkoper. De dief pakte snel het apparaat weg en liep daarmee de winkel uit. De klerk sloeg alarm bij een politieman die bij het ministerie van Leger en Politie op wacht stond (WS 7-9-1985). - Etym.: In AN (verouderend) alleen ‘bediende belast met schrijfwerk’. -Syn. winkelklerk. -: gezworen...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

klerk

winkelbediende; iem. wat skryfwerk op kantoor verrig.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Klerk

s., klerk, skriuwer.