kleinzoon
mannelijk kleinkind. zoon van de zoon of dochter van iemand; mannelijk kleinkind. Voorbeelden: Hij herinnerde zich maar al te goed de verhalen over de avonturen van zijn grootvader, onder meer met Evita Perron, waarvan de details nooit de kranten haalden, maar waarbij de kleinzoon terdege de oren had gespitst wanneer opa erover verte...