Wat is de betekenis van kleintje pils?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kleintje pils

(1967) (jeugd) klein iemand: 'Hé Kleintje Pils! Verrek je bene niet!' Zie ook: geen kleintje pils. • ... gestapt en met Anna, de vrouw van Kleintje Pils, die zo genoemd wordt omdat hij klein is en altijd pils drinkt... (Simon Carmiggelt: Morgen zien we wel weer. 1967) • Scharminkel, zeiloor, kromneus, polletje plukhaar, kleintje...

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kleintje pils

(spottend of smalend) klein iemand. Scharminkel, zeiloor, kromneus, polletje, plukhaar, kleintje pils, beugelboer, geeltand.. .de tienjarige Dani uit ‘De gemaskerde wreker’ van Klaas van Assen heeft het zwaar te verduren van zijn klasgenoten. Hij is klein, lelijk, draagt een bril en een beugel en wordt daarmee gepest. (Trouw, 28/10/1992...