kleindochter
vrouwelijk kleinkind. dochter van de zoon of dochter van iemand; vrouwelijk kleinkind. Voorbeelden: Maar het meest dacht ik aan al het moois dat Astrid over vader had verteld en elke avond, voor het inslapen, beloofde ik hem dat ik hem een kleindochter zou schenken. Marianne Fredriksson, Anna, Hanna en Johanna, 2000 Andere po...