Wat is de betekenis van Klaarheid?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klaarheid

klaarheid - Zelfstandignaamwoord 1. duidelijkheid, scherpheid De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) wint de Machiavelliprijs 2015. De raad krijgt de prijs omdat 'met het rapport over de ramp met de MH17 - waar mogelijk - klaarheid is gebracht voor de nabestaanden in het bijzonder en de wereld in he...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klaarheid

klaarheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: klaar-heid 1. duidelijkheid ♢ we moeten dit raadsel tot klaarheid brengen Zelfstandig naamwoord: klaar-heid de klaarheid

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Klaarheid

s., klearens, klearheit, klearrichheit.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klaarheid

v., 1. licht, glans; 2. helderheid; — het niet bewolkt, niet nevelachtig zijn; 3. helderheid met betr. tot inzicht of begripsvermogen: klaarheid van geest;, er kwam klaarheid in zijn verwarde denkbeelden; tot klaarheid komen, tot helder inzicht; 4. iets tot klaarheid brengen, het duidelijk maken, het ontwarren; 5. duide...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klaarheid

v. (het klaar zijn, helderheid in verschillende bet.): de klaarheid van een Indische nacht, de klaarheid van kristal; de klaarheid der lucht; tot klaarheid komen (over, in iets), tot een helder inzicht komen, een duidelijke juiste voorstelling; iets tot klaarheid brengen, ophelderen; klaarheid van gevoel, zuiverheid: de klaarheid v. e. betoog, begr...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klaarheid

v. 1. het → klaar (I 1) zijn, helderheid : de van de zuidelijke hemel; de van kristal. 2. het → klaar (I 3) zijn, duidelijkheid : de van een betoog; iets tot brengen.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

klaarheid

v., 1. licht, glans; 2. helderheid; het nietbewolkt, niet-nevelachtig zijn; 3. helderheid met betrekking tot inzicht of begripsvermogen: — van geest; tot — komen, tot helder inzicht; 4. iets tot — brengen, de toedracht ervan duidelijk maken, het ontwarren; 5. duidelijkheid, goede verstaanbaarheid: de — van een betoog.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)