Kipkap
m., (Zuidn.) gehakt vlees; — (fig.) onsamenhangende praat: wat hij daar zegt, is kipkap.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
gehakt De mensen keken Victor wantrouwig aan. ‘Helaba, schone meneer, wat zoekt gij in deze buurt? Ge zijt toch geen spion? Van spionnen maken we kipkap!’ (Marita de Sterck, De hondeneters) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 5
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(de) gehakt vlees, hoofdvlees, zult [wat er precies bedoeld wordt, varieert van streek tot streek]
Walter De Clerck (1981)
Gehakt (vlees); haksel; ook fig.: mengelmoes; onsamenhangende praat. Heel den dag dreunt de omtrek van inslaande bommen ... . Als het een beetje rustig is, komt de briefdrager: „Hier Eiken, ge hebt geluk. Nog een brief voor u. Als hij een dag later verstuurd was, hadden ze hem onderweg in kipkap gegooid”, BLOMMAERT 1945.
Jozef Verschueren (1930)
('kip) m. [ > kappen + herhaling van de 1ste lettergreep met gewijzigde klinker] gehakt vlees.
J.H. van Dale (1898)
KIPKAP, m. (Zuidn.) gebakt vleesch; (fig.) wat hij daar zegt, is kipkap, is onsamenhangende praat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: