Wat is de betekenis van kinkel?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kinkel

kinkel - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) pummel, lomperd

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kinkel

kinkel - zelfstandig naamwoord uitspraak: kin-kel 1. iemand die onbeschoft, ongemanierd is ♢ hij is een echte (boeren)kinkel Zelfstandig naamwoord: kin-kel de kinkel de kinkels ...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kinkel

onhandig, dom persoon. Sedert ca. 1544. Volgens Stoett afgeleid van kink: draaiknoop in een touwwerk. Aan het begin van de zeventiende eeuw gebruikte men de fictieve plaatsnaam ‘Kinkeldam’voor een woonplaats van botteriken en stommelingen.Wat gingt ge dien dommen kinkel nu raden? (Jan Bruylants, Tijl Uilenspiegel in Vlaanderen, 1904) G...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kinkel

sien kink.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kinkel

s., goffe.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kinkel

m. (-s), lomp, ongemanierd of onbeschoft manspersoon, inz. als hooghartige schimpnaam voor een boer; botterik of vlegel: hou je snater, jou kinkel!l

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kinkel

m. -s (manspersoon zonder opvoeding, zonder behoorlijke manieren: ongemanierde lomperd, onbeschofte vlegel; „boer”): wat een (boeren)kinkel! een of andere lompe kinkel!

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kinkel

('kinkəl) m. (-s) boer, lomperd : wat een onbeschofte !

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kinkel

m. (-s), lomp, ongemanierd of onbeschoft manspersoon, m.n. als hooghartige schimpnaam voor een boer; botterik of vlegel.