Wat is de betekenis van Kiesch?

2024-04-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Kiesch

keuken; Nieuwhoogduits Küche.

2024-04-28
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Kiesch

afleiding van kiezen: geneigd om streng te zijn bij het kiezen; vandaar: een kieschen smaak (letterlijk) en bij overdracht: een kiesche uitdrukking, een zaak kiesch behandelen, op kiesche wijze. Maar men schrijft kieskeurig, daar dit wil zeggen: keurig in het kiezen.

2024-04-28
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Kiesch

afl. van kiezen, dus kieskeurig.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kiesch

KIESCH, bn. bw. (-er, meest -), keurig; moeilijk te bevredigen, lastig, in verlegenheid brengende hij is zeer kiesch op zijn eten; dat is eene kiesche zaak; — omzichtig, nauwgezet; strookende met de welvoeglijkheid of de zedelijkheid dat is niet zeer kiesch gehandeld; hij gebruikt nog al eens eene min kiesche uitdrukking; — smaakvol, k...

2024-04-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kiesch

Kiesch, bn. (-er, meest -), beleefd, omzigtig; smaakvol; keurig, naauwgezet; hij heeft een -en (keurigen) smaak; dat is niet zeer - gehandeld. *-HEID, v. gmv. keurigheid, naauwgezetheid; beleefdheid