ketelmuziek
(19e eeuw) (inf.) onverdraaglijke muziek, lawaai voortgebracht door het kloppen op metalen voorwerpen. Vroeger een volksgebruik voor de deur van overspelige mensen; (pol.) veel misbaar om niets. • Het behoeft geen betoog dat jazz in zijn oor geen genade kon vinden. Jazz was ketelmuziek, goed voor in de jungle, maar verder een aanslag op het g...