Wat is de betekenis van Kerken?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kerken

(19e eeuw) (inf.) naar de kerk gaan. 'Waar kerk jij?' • Waar had ie 't over? vroeg de papa van Nancy, die heel zelden ”kerkte”, omdat de Zondag zijn eenige vrije dagje was. (J.J. Cremer: Romantische Werken. 1851-1879) • 's Morgens was-ie met Lies wezen kerken bij dominee Mertens... (De Nieuwe Gids. Volume 22. 1906) • Ve...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kerken

kerken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kerk

2024-03-28
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

kerken

Kerken zijn gebouwen waar de christelijke godsdienstoefening wordt gehouden. Aanvankelijk was de altaarruimte het belangrijkste onderdeel. In de verschillende katholieke liturgieën is deze dat nog. Sinds de Hervorming ook als preekkerk. Een parochie wordt bediend door een parochie- of kerspelkerk. Als aan de kerk een kapittel van kanunniken is...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

KERKEN

zie: Godsdienst.