Wat is de betekenis van kattenkruid?

o., volksn. voor verschill. kruiden die de katten aantrekken en waarvan zij wel eten, vooral voor de neppe (Nepeta cataria) en voor de valeriaan.

kattenkruid - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) (medisch) plant behorend tot het geslacht Nepeta in het bijzonder 'wild kattenkruid' (Nepeta cataria) een soort kruid waarvan de naam is ontstaan vanwege de graagte waarmee katten zich erin ophouden Woordherkomst samenstelling van kat en kruid met het invoegsel -en- Synon...

is een overblijvende sierplant (z.Nepeta).

s.n., kattekrûd (it)

(Nepeta), plant, behorend tot de familie der Labiaten of Lipbloemen; bloemen wit met rode vlekjes, overblijvende, zeldzaam voorkomende plant.

(Nepeta L.) is de naam van een plantengeslacht met 150 soorten op het noordelijk halfrond uit de familie der Lipbloemigen (Labiaten). Het wordt gekenmerkt door bloemen met 5 ongeveer gelijke kelktanden, een vlakke, uitgerande bovenlip, een 3-lobbige onderlip met een grote, ronde, verdiepte, ingesneden middenlob en 4 tweemachtige meeld...

in Ned. weinig voork. kruid, 50 cm hoog, gele of rosé bloemen, uit welks wortel → Valeriaan wordt bereid.

(Nepeta cataria), plant van de fam. der lipbloemigen; wordt tot ca. 80 cm hoog. Witte, roodgevlekte bloemen. Vroeger als geneeskrachtige plant (chronische catarrh van luchtwegen of darmen) algemeen gekweekt. Komt thans in onze streken algemeen, verwilderd, voor.

Kattenkruid - is de volksnaam voor Nepeta cataria, doch Teucrium marum, Valeriana-soorten, Actinidia polygama, enz. worden eveneens door katten, en nog meer door katers, opgezocht. Zij wentelen zich over deze planten, eten er ook wel van en in korten tijd zijn de planten vernield. Boschwachters maken er soms gebruik van als lokmiddel.