Wat is de betekenis van Kanselrede?

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kanselrede

preek.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kanselrede

v. (-n), preek, predikatie.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kanselrede

v./m. (-s), preek, predikatie.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kanselrede

KANSELREDE, v. (-n), preek, predicatie.

2024-04-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kanselrede

Kanselrede, v. (-n, -nen), preek, predikatie. *-NAAR, m. (-s), predikant. *...STIJL, m. gmv. *...WELSPREKENDHEID, v. gmv, eigenaardige wijze van inkleeding en voordragt eener kanselrede.