Wat is de betekenis van kamerbewoner?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kamerbewoner

iemand die op een kamer woont. iemand die op een kamer woont; iemand die een of meer kamers huurt in het huis van iemand anders. Vaak in toepassing op uitwonende studenten. Voorbeelden: Ritzen maakte ook duidelijk dat hij geen onderscheid wil maken tussen studenten die thuis wonen en zij die een kamer huren, hoewel de kamerbew...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kamerbewoner

kamerbewoner - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die een of meer kamers in een huis huurt en dus niet de hele woning, vaak gaat het hier om eenpersoonshuishoudens van studenten Van de studenten die aan een nieuwe bachelor of master zijn begonnen is het aandeel kamerbewoners gezakt van 37 procent naar 30...

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kamerbewoner

m. (-s), iemand die op kamers woont.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)