iemand die op een kamer woont.
iemand die op een kamer woont; iemand die een of meer kamers huurt in het huis van iemand anders.
Vaak in toepassing op uitwonende studenten.
Voorbeelden:
Ritzen maakte ook duidelijk dat hij geen onderscheid wil maken tussen studenten die thuis wonen en zij die een kamer huren, hoewel de kamerbewoners, die waarschijnlijk dichter bij hun school of universiteit wonen, meer gebruik maken van de OV-kaart. "Die studenten kiezen er waarschijnlijk voor ook regelmatig colleges in andere steden te volgen en dat vind ik prima."
NRC, 1993
Het monumentale pand aan de Kruisstraat is momenteel bestemd voor kamerbewoners.
Meppeler Courant, 1993
Het kan echter niet zo zijn, dat per studentenhuis één kamerbewoner de belasting moet voldoen en het geld bij zijn medebewoners moet terugvragen.
http://www.studentenstad.nl/
Huursubsidie is een bijdrage van de overheid in de huur, in principe alleen voor zelfstandige woningen. Zelfstandig wil zeggen met een eigen ingang, badkamer, toilet en keuken. Dat betekent dat kamerbewoners geen recht op huursubsidie hebben.
http://www.barneveld.nl/index2.html
Vanaf 1 september '98 moeten alle studentenkoten en alle andere bemeubelde kamers aan een aantal minimale kwaliteitsnormen voldoen [...]. Het nieuwe decreet legt een aantal minimumvoorwaarden op aan de kamerverhuurders. De indieners, Marc Olivier (CVP), Jacques Timmermans (SP) en Carl Decaluwé (CVP), hebben namelijk vastgesteld dat vooral de woonomstandigheden van de niet-studenten onder de kamerbewoners vaak erbarmelijk zijn.
De Standaard, 1997