kameraad zestig
(1936) (Leuven, Mechelen, sch.) aanspreekvorm. • Zeg 's, kameraad-zestig, daar nie gaan fikfakken hé, geen broddelspel maken, we zijn wij allemaal arm-menschen ondereen, den éenen heeft dit, den ànderen dát, en dan moeten ze ons geen reglementen tusschen de beenen komen smijten. (De Nieuwe Gids. Jaargang 51. 1936)...