Wat is de betekenis van Kalfsvel?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kalfsvel

o. (-len), 1. huid van een kalf, waarvan o.a. perkament gemaakt wordt, vand. : 2. (fig.) trom ; het kalfsvel volgen, soldaat worden ; (spr.) wie naar zijn vader en moeder niet hoort, moet het kalfsvel volgen.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kalfsvel

s.n., keallefel (it).

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kalfsvel

o. kalfsvellen (fig. trommel[vel]): het kalfsvel volgen, soldaat worden.

2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kalfsvel

Decreet (11 April 1515) van Karel V voor Gent, door de bevolking schimpend aldus genoemd, waarin de vorst verklaarde, dat de eed, dien hij op de Gentsche privilegies in Februari had afgelegd, zich niet uitstrekte over de vrijheden, die de stad bij den vrede van Cadsant (29 Juli 1492) had verloren. In 1531 werd daaraan toegevoegd het Kleine Kalfsvel...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kalfsvel

('kalfs) o. -len) 1. Eig. van het lichaam gescheiden huid van het kalf : een trom met een bespannen. 2. Metn. krijgstrom : het volgen, soldaat worden.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kalfsvel

KALFSVEL, o. (-len), huid van een kalf; — (fig.) trom; het kalfsvel volgen, soldaat worden; ...VET, o.; ...VLEESCH, o. (spr) kalfsvleesch kan geen pekel verdragen, van den jongeling, die zich aan mannenwerk begeeft en daardoor zijne krachten krenkt; kalfsvleesch, half vleesch, kalfsvleesch is weinig voedzaam.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)