Wat is de betekenis van kabinetschef?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kabinetschef

hoofd van een kabinet in België. iemand die aan het hoofd staat van de tijdelijke medewerkers en adviseurs van een Belgische politicus, zoals een minister of burgemeester, die na diens ambtsperiode weer uit het ministerie verdwijnen; iemand in België die aan het hoofd staat van een kabinet; iemand die in België een kabinet lei...

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kabinetschef

(de, -s) <bnl.> chef van de politieke medewerkers van een minister.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

kabinetschef

Secretaris-generaal van een ministerieel departement. Een normaal kabinet is samengesteld uit een kabinetschef en een adjunkt, een drietal advizeurs, een tweetal opdrachthouders, enkele attaché’s en een privésekretaris (soms ook een kabinetssekretaris), Knack 21/2/1973, p. 39. ’s Anderendaags repliceerde voor hetze...

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kabinetschef

m. (-s), (gew.) hoofd van het kabinet.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten