Wat is de betekenis van Kaantje?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kaantje

(19e eeuw) (Barg.) makkelijk karweitje; buitenkans; voordeeltje. Kaantjes zijn gebraden spekblokjes die men eet bij kapucijners of bruine bonen. In die betekenis wordt het nog steeds gebruikt bij de marine en in het leger. Het woord is al oud en komt al voor bij Kiliaan (16de eeuw). Kaantje in de figuurlijke betekenis van `voordeeltje, buitenkansje...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kaantje

kaantje - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) stukje uitgebraden vet, spek of reuzel kaantje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kaan Verwante begrippen uitgebakken spek

2024-04-28
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Kaantje

Kaantje - oorspronkelijk een uitgebraden stukje osse- of varkensvet. Vandaar overdrachtelijk gebruikt voor een gemakkelijk karweitje, een buitenkansje. Een kaantje snappen: een klein voordeel hebben.

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Kaantje

ergens een - snappen; ergens een - aan hebben een klein voordeel, een buitenkansje aan iets hebben. Kaantjeszijn gebraden spekblokjes die men eet bij kapucijners of bruine bonen. In die bet. wordt het nog steeds gebruikt bij de marine en in het leger. Het woord is al oud en komt al voor bij Kiliaan (16de eeuw). Kaantjein de figuurlijke bet. van ‘vo...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kaantje

o. (-s).