Wat is de betekenis van Jazzo?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

jazzo

(1980+) (jeugd; muz.) jazzfanaat. Jazza is de vrouwelijke vorm. Kijk ook onder jazzvogel*. • Carmel is niet zomaar een trendy zangeresje dat nog wat nadeint op de golf van de Engelse nieuwe jazzo's. (Vinyl, november 1986) • Helaas waren de Franse jazzo's (of hun platenmaatschappij) niet zo slim om -toen 'jazzo-zijn' een trend werd- hier...

2024-04-30
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Jazzo

Jazzo - muzikantenslang voor ‘jazzfanaat’. Hoort thuis in het rijtje modieuze afkortingen dat erg in trek is in jeugdkringen (de zgn. turbotaal), zoals arro, aso, depri, dippo, dombo, dummie enz. En nu is er niets hipper voor een jazzo dan met Nieuw Hip Stilen of ‘Mo-Tobs’ te improviseren. Vinyl, oktober 1984 Helaas waren de Franse jazzo’s (of hu...