Wat is de betekenis van Jassen?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

jassen

Het begrip jassen heeft 4 verschillende betekenissen: 1) aardappels schillen. 2) hard schoppen of slaan. iets hard naar een bepaalde plaats of in een bepaalde richting schoppen of slaan. 3) jagen. iemand of iets snel of haastig door iets heen voeren; jagen. 4) iemand wegjagen.

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

jassen

1) (1980+) (wielr.) hard doorfietsen zonder op- of omzien. Uitbreiding van de oudere algemene betekenis: snel, haastig te werk gaan. • Niet kijken, doorjassen! (Course, oktober 1989) 2) (1980+) (voetb.) (van de bal) wegschieten. • Ze jassen de bal niet meer zo onbeholpen mogelijk naar voren, maar doen dat de andere kant...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jassen

jassen - Werkwoord 1. (ov) door(heen) ~: iets snel en slordig afwerken Hij probeerde het plan er snel doorheen te jassen. 2. (ov) door(heen) ~: snel en verspillend opgebruiken Hoeveel geld heb jij er vanavond doorheen gejast? 3. (ov) (aardappel...

2024-04-24
Thesaurus voor Mode & Kostuums

Ensie (2018)

jassen

Bovenkleding gevormd naar het bovenlichaam en doorlopend tot beneden de heuplijn, open aan de voor- of zijkant en in het algemeen met mouwen. Ook soortgelijke overkleding gedragen ter bescherming tegen het weer.

2024-04-24
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Jassen

Jassen - zeer snel fietsen, kachelen. Vermoedelijk een verbastering van Fr. chasser. Niet kijken, doorjassen! - Course oktober 1989 ​

2024-04-24
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

jassen

jassen: of doorjassen hard achtervolgen; vlammen, sjezen.

2024-04-24
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

jassen

Hard doorfietsen zonder op- of omzien. Vermoedelijk een verbastering van het Franse werkwoord ‘chasser’. Vgl. kachelen’'; vlammen. Onze ellebogen zaten toch zeker allemaal vol littekens. Maar ja, je hoofd... Niet kijken, doorjassen! (Course, oktober 1989) Ze negeren zijn fietspaden om, post-modern gekleed, zo hard ze kunnen op een racefiets door z...

2024-04-24
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

jassen

(onov ww; jaste; h. gejast) - keihard fietsen, jagen, jakkeren

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Jassen

Jassen - slang voor ‘copuleren’, dit met de implicatie van ‘vluchtig, gauw-gauw’. In het BIM-huis lopen weddenschappen wie haar (= Candy Dulfer - MDC) het eerst weet te jassen. Nieuwe Revu, 29-09-93 in de wielrensport: keihard fietsen, snel (weg)fietsen. Vooral in de verbinding doorjassen. Onze ellebogen zaten toch zeker allemaal vol littekens. M...