Wat is de betekenis van jarig?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

jarig

1) (19e eeuw) (Zaanstreek) dronken. Er wordt op een verjaardag veel sterke drank gedronken. • (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862) • Hij is jarig. Men heeft voortdurend op zijne gezondheid gedronken, en daar hij op elke conditie bescheid moest doen, heeft hij te veel gekregen. (A.E. B. Herroem: Ba...

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Jarig

Zie Jarich

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Jarig

Jarig - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

jarig

jarig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ja-rig 1. het is de datum van je geboorte ♢ veel mensen vieren een feestje als ze jarig zijn Algemene uitdrukkingen: 1. dan ben je nog niet jarig! [...

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

jarig

mondig; een jaar oud.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Jarig

adj.; ik ben —, it is hjoed myn jierdei.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jarig

bn., 1. één jaar oud: een jarig kalf; jarige rogge ; 2. jarig zijn, zijn verjaardag gedenken, de dag bereikt hebben waarop men precies een bep. aantal jaren oud is; — (gemeenz.) (als dat gebeurt) dan ben je nog niet jarig, niet gelukkig, dan komt er wat kijken; (gew.) dronken.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jarig

bn. (1 één jaar oud; 2 z'n verjaardag vierend): 1 jarige rogge, twee jarige lammeren; verg. overjarig; 2 hij is morgen jarig.