jangat
sukkel; onhandig en lomp, ook wel vergeetachtig manspersoon; keukenheld. Al opgetekend in de vroege zeventiende eeuw, o.a. bij Bredero en Constantijn Huygens. Wellicht ontstaan onder invloed van erg platte, tegenover vrouwen gebruikte invectieven als hondsvot hondsklink, hondskonte, aanduidingen voor de geslachtsopening van de teef. Vgl. eveneens F...