Wat is de betekenis van Jalonneren?

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Jalonneren

afbakenen; afpalen

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Jalonneren

met palen afbakenen

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jalonneren

(jalonneerde, heeft gejalonneerd), afbakenen (met stokken), afpalen, richten.

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

jalonneren

met bakenstokken afsteken, afbakenen.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jalonneren

('ne:rən) (jalonneerde, heeft gejalonneerd) met jalons afbakenen, richten, afpalen.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jalonneren

(jalonneerde, heeft gejalonneerd), (overg.), afbakenen (met stokken), afpalen, richten.