Wat is de betekenis van jachttijd?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jachttijd

m., tijd wanneer gejaagd wordt of mag worden: open en gesloten jachttijd, jaarlijks door Gedeputeerde Staten bepaald.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

jachttijd

seizoen om te jagen. jaarlijkse periode waarin wordt gejaagd; specifieker ook: jaarlijkse periode met een strikte termijn waarbinnen mag worden gejaagd onder vergunningsvoorwaarden opgelegd door de overheid; seizoen om te jagen. Voorbeelden: Omdat het fazantenbestand fel geslonken is, zet men vaak gefokte fazanten in het wild uit. Al...

2025-07-17
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Jachttijd

In vele landen worden j. vastgesteld om te voorkomen, dat het wild uitgeroeid wordt. Speciaal wordt het wild rust gegeven gedurende de tijd, waarin het zich voortplanten moet en wordt de jacht pas weer opengesteld, als de jongen op eigen benen kunnen staan. de open j. zijn dus niet voor alle wildsoorten dezelfde Op bijzonder schadelijk wild echter...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jachttijd

m. (-en) tijd, seizoen waarin gejaagd wordt.

2025-07-17
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Jachttijd

Jachttijd. - Gedeputeerde Staten bepalen jaarlijks den tijd van opening en sluiting der jacht. De Commissaris der Koningin doet daarvan aankondiging. Naarmate de wildstand of plaatselijke omstandigheden het vereischen, kan de jacht op eenige wildsoort ook niet geopend of beperkt worden (art. 11 Jachtwet). Jagen in gesloten jachttijd is verboden (ar...

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jachttijd

m., tijd waarin gejaagd wordt of mag worden: open en gesloten -.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)