jaarlijks
jaarlijks - Bijvoeglijk naamwoord 1. eenmaal per jaar ♢ Op hun jaarlijkse familiereünie was het meestal bijzonder gezellig. jaarlijks - Bijwoord 1. eenmaal per jaar, per jaar ♢ Zij hadden jaarlijks een familiereünie. Woordherkoms...
Wiktionary (2019)
jaarlijks - Bijvoeglijk naamwoord 1. eenmaal per jaar ♢ Op hun jaarlijkse familiereünie was het meestal bijzonder gezellig. jaarlijks - Bijwoord 1. eenmaal per jaar, per jaar ♢ Zij hadden jaarlijks een familiereünie. Woordherkoms...
Muiswerk Educatief (2017)
jaarlijks - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: jaar-lijks 1. wat elk jaar gebeurt ♢ jaarlijks wordt de klok een uur teruggezet Bijvoeglijk naamwoord: jaar-lijks de/het jaarlijkse ...
Van Dale Uitgevers (1950)
1. bw., alle jaar, ieder jaar: jaarlijks treedt een der leden af; dit feest wordt jaarlijks gevierd; per jaar, in ieder jaar : jaarlijks sterven er veel mensen aan besmettelijke ziekten; 2. bn., ieder jaar voorkomend, voor een jaar geldend: de jaarlijkse draaiing der aarde om de zon; jaarlijkse volkstellingen; de jaarlijkse contributie; over een...
Jozef Verschueren (1930)
('ja:rləks) 1. bn. en bw. alle, ieder jaar (voorkomend) : -e inkomsten; de -e omwenteling der aarde om de zon; de -e schoonmaak; hij gaat op reis. 2. bw. per jaar : er sterven in Engeland van de 1000 personen ruim 19.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
1. bw., alle jaar, ieder jaar; — treedt een van de leden af; per jaar, in ieder jaar: — sterven er veel mensen door verkeersongevallen; 2. bn., ieder jaar voorkomend, voor een jaar geldend: de jaarlijkse draaiing van de aarde om de zon; over een j aar berekend: een — inkomen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: