Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Jaarlijks

betekenis & definitie

1. bw., alle jaar, ieder jaar: jaarlijks treedt een der leden af; dit feest wordt jaarlijks gevierd;

per jaar, in ieder jaar : jaarlijks sterven er veel mensen aan besmettelijke ziekten;

2. bn., ieder jaar voorkomend, voor een jaar geldend: de jaarlijkse draaiing der aarde om de zon; jaarlijkse volkstellingen; de jaarlijkse contributie; over een jaar berekend: een jaarlijks inkomen.