iota
Griekse i, jota.
Winkler Prins (1949)
jota, 10e letter van het Gr. alphabet; in Hebr.: jod, en wegens de kleinheid van dit letterteken uitdr.: geen jota, niet het geringste; geen tittel (= puntje) of jota.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
De tiende letter van het Grieksche alphabet, ƒ, i; als cijfer 10. In overdrachtelijken zin: iets kleins, onbeduidends.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Iota - Grieksche naam voor de letter i en, daar zij de kleinste letter van het alphabet is, het zinnebeeld van iets dat zeer klein is; zie in de Vulgaat (Matth. 5,18): iota unum non praeteribit, niet één iota zal vergaan. — Iotacisme, bij de Ouden het te sterk uitspreken der letter i, vooral tusschen twee andere klinkers, zoodat men b.v. in de woor...
J. Kramer (1908)
grieksche naam voor de letter I, en, daar zij de kleinste van het alphabet is, het zinnebeeld van iets, dat zeer klein is. lotacisme, bij de ouden het te sterk uitspreken der letter i, vooral tusschen twee andere klinkers, zoodat men b.v. in de woorden Troïa, Maïa e. a. twee i’s hoorde. Voorts wordt I. somwijlen gebruikt voor Racism...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: