Wat is de betekenis van inzout?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inzout

inzout - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten ♢... dat ik inzout 2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten ♢... dat jij inzout 3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inzout

INZOUT, bn zeer zout.

2025-07-16
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Inzout

Inzout, bn. zeer zout. *-EN, bw. gel. in het zout leggen; vleesch -, visch -. *-ER, m. (-s). *-ING, v. *-STER, v. (-s). *...ZUIGEN, bw. ong. zuigende intrekken, door zuigen inkrijgen; de spons zuigt het water in, neemt het water in zich op; (fig.) doortrokken zijn van, hij heeft deze begrippen daar ingezogen, dit heb ik met de moedermelk ingezo...