Internuntius
Internuntius - (Lat.) soort aanvoerder op de Amsterdamse sociëtiet.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. = bode-onderhandelaar] afgezant van de paus bij regering van kleine mogendheid (bij grote mogendheid: nuntius).
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
titel van den pauselijken vertegenwoordiger aan het hof van een kleineren staat (nu alleen in Nederland en Luxemburg). Ook degene, die den afwezigen → nuntius vervangt. Hij is gewoonlijk → titulair-aartsbisschop. In Nederland sinds 1829 gevestigd, behalve in de jaren 1899—1921. Zie ook Pauselijke diplomatie en Leo-Stichtin...
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
is de naam voor een pauselijke afgezant bij een hof, die tijdelijk de functie voor de afwezige werkelijke gezant, nuntius genaamd, vervult. In kleinere landen voert de blijvende gezant deze titel, terwijl zijn bevoegdheden en voorrechten dezelfde zijn als die van een nuntius. Sinds 1829 is in Den Haag een internuntiatuur gevestigd. België bezi...
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), m. (...tii, -sen), pauselijk vertegenwoordiger bij het hof of de regering van een kleine staat.
Winkler Prins (1949)
pauselijke vertegenwoordiger bij een Hof bij ontstentenis van nuntius, de blijvende vertegenwoordiger van de paus in kleinere landen (Luxemburg en Ned.). Het verschil betreft alleen de rangorde, niet de macht en de voorrechten (CIC 267 §1). In Ned. werd de internuntiatuur opgericht in 1829, opgeheven in 1899 na niet-uitnodiging van de paus tot...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: