Wat is de betekenis van innig?

2025-01-22
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-01-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

innig

innig - Bijvoeglijk naamwoord 1. van binnen gevoeld, intiem, vurig, zeer. Zij hebben na 25 jaar huwelijk nog steeds een innige en liefdevolle relatie met elkaar. Woordherkomst afgeleid van in (bijwoord) met het achtervoegsel -ig

2025-01-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

innig

innig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: in-nig 1. dicht bij elkaar ♢ zij zijn innig met elkaar verbonden 1. innig met elkaar omgaan [heel hartelijk en teder] 2. ...

2025-01-22
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

innig

opreg, vurig, intiem.

2025-01-22
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Innig

adj. & adv., ynlik, ynderlik, ynmoedich.

2025-01-22
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-01-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Innig

bn. bw. (-er, -st), I. bn., 1. bestaand, werkend in iem.’s binnenste : innige hoop, spijt; 2. in de overtr. trap innigst, het meest binnenwaarts gelegen, en vand.: diepst, verborgenst, heimelijkst: het innigst merg (Staring) ; iem.’s innigste, gedachten-; zelfst.: het innigste van haar ziel; 3. diep...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-01-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

innig

bn., bw. (1 vurig, oprecht; 2 wezenlijk): 1. een innig gebed, innige vriendschap; 2. mijn innige overtuiging; innig geroerd.